23. De haven
Voor een eiland zijn havens van cruciaal belang. Vroeger, voor de komst van de luchtvaart, was de zeevaart de enige mogelijkheid voor verkeer van personen en goederen. Momenteel vindt veel vervoer van mensen plaats per vliegtuig, maar het vervoer van goederen gebeurt nog steeds veruit het meest per schip. Voor het laden en lossen van goederen zijn faciliteiten in rustig water met voldoende diepgang van essentieel belang.
Rustig water vinden we aan de zuidkust van Curaçao en vooral in de handvormige binnenbaaien en de toegang hiernaartoe. Vanaf het begin van de Nederlandse tijd werd dan ook met name de Sint Annabaai gebruikt als haven en in de twintigste eeuw vooral de handvormige binnenbaai daarachter, het Schottegat. De voornaamste havens zijn op dit moment de Sint Annabaai, het Schottegat, de megapieren (de cruiseport voor het Rif) en Bullenbaai. In het verleden waren ook de Caracasbaai en Fuikbaai van belang.
De goede potentiële havenmogelijkheden van de Sint Annabaai waren een belangrijke reden voor de Nederlanders om Curaçao op de Spanjaarden te veroveren. In de tijd van de West Indische Compagnie (1634-1791) diende de Sint Annabaai als uitvalsbasis voor de kaapvaart en als strategische handelspost voor de slavenhandel en andere handel (o.a. smokkelhandel) en later als vrijhandelshaven. In de Engelse tijd (1800-1803 en 1807-1816) werd door de Engelsen besloten dat Curaçao zijn vrijhavenstatus moest opgeven, waardoor de havenactiviteiten drastisch inkrompen.
In de negentiende eeuw fungeerde de haven vooral als transitohaven, en ook was er veel smokkelhandel (contrabanda) met het nabij gelegen vasteland.
Pas met de komst van de raffinaderij in het begin van de twintigste eeuw werd het Schottegat de belangrijkste haven vanwege de aanvoer van ruwe olie naar de raffinaderij die aan het Schottegat gelegen was. De geraffineerde olieproducten werden deels ook weer via het Schottegat/Sint Annabaai afgevoerd, maar de gevaarlijke lichte producten werden wegens ontploffingsgevaar per pijpleiding naar de Bullenbaai vervoerd, dat een diepe haven heeft en waar er nauwelijks sprake is van bewoning. De Caracasbaai diende onder andere voor de opslag en afvoer van zware producten en de brandstofinname van schepen (bunkeren).
Tijdens de Tweede wereldoorlog waren de raffinaderij en de havens van Curaçao zeer belangrijk voor de toevoer van o.a. vliegtuigbenzine naar de geallieerde strijdkrachten. In de jaren vijftig werd de nieuwe containerhaven aangelegd in het oostelijk deel van het Schottegat, waardoor de werven aan de Sint Annabaai vooral voor passagiersschepen konden worden gebruikt. In het Schottegat is scheepsreparatie ook een belangrijke havenactiviteit.
Door de sluiting van het Suezkanaal in 1967 werden de olietankers, die nu weer de lange route langs Zuid-Afrika moesten varen, binnen korte tijd veel en veel groter en begon Shell met het ontwikkelen van Bullenbaai als overslaghaven, waar zeer grote olietankers ruwe aardolie vanuit het Midden-Oosten kwamen brengen die vervolgens werd overgeladen in kleinere tankers, die de ruwe olie daarna naar o.a. de Verenigde Staten vervoerden. Momenteel is Bullenbaai vooral als opslagplaats voor olie zeer belangrijk.