22. De nieuwe immigranten op Curaçao vanaf het begin van de twintigste eeuw

In het begin van de twintigste eeuw kwam een grote immigratiestroom richting Curaçao op gang. Dit was het directe gevolg van de vestiging van een grote Shell-raffinaderij op het eiland, die behoefte had aan veel arbeidskrachten, zowel om de olieraffinaderij te bouwen als om deze te laten draaien. Veel Curaçaoënaars werden in dienst genomen, maar al gauw moesten noodgedwongen ook werklieden uit andere landen gehaald worden. Velen kwamen op contractbasis.

Naast veel Nederlandse employees en werklieden kwamen de werknemers vooral van de andere eilanden van de Nederlandse Antillen, uit Suriname, Venezuela en Colombia, maar ook van de Britse en Franse eilanden in het Caribisch gebied en zelfs van Madeira. In het begin kwamen voornamelijk mannen maar later ook vrouwen, van wie sommigen in het kader van de gezinshereniging. Zij gingen vaak als hulp in de huishouding werken. Er kwamen in deze tijd niet alleen arbeidsimmigranten naar Curaçao, maar ook kleine handelaren uit Libanon, Centraal- en Oost-Europa (met name de Ashkenazische joden), India en China, die door de economische vooruitgang werden aangetrokken.

Alleen in jaren van crisis (1930-1935) en oorlog (1939-1944) daalde de immigratie, maar direct daarna werd Curaçao weer een echt vestigingsland met zeer veel verschillende nationaliteiten. In 1936 waren de meeste immigranten afkomstig van Engelssprekende eilanden, Nederland en Suriname, maar de Portugezen uit Madeira vormden in 1951 het grootste contingent. Aangezien het voornamelijk arbeidsmigranten betrof, bleven de meesten maar korte tijd op Curaçao. De nakomelingen van degenen die zich hier permanent vestigden, wonen nu al meerdere generaties op het eiland en zijn goed geïntegreerd.

Doordat de oliemarkt veranderde en door automatisering liep de werkgelegenheid op de raffinaderij sterk terug in de jaren vijftig en zestig, met als gevolg dat veel arbeidscontractanten werden ontslagen en naar elders vertrokken. Maar omdat de economie redelijk stabiel was, er relatief goede sociale voorzieningen waren, goede mogelijkheden voor opwaartse sociale mobiliteit en relatieve politieke rust, kwamen vanaf de jaren tachtig weer veel immigranten uit de regio naar Curaçao. Deze nieuwe instroom bestaat voornamelijk uit Colombianen, Dominicanen, Haïtianen en Jamaicanen. Zij werken vooral in de dienstverlenende sector en in de bouw. Een aantal van hen beschikt over de juiste immigratiedocumenten, maar er zijn ook veel ongedocumenteerde personen. In de laatste twintig jaar zien wij veel Chinese immigranten en meer recentelijk ook veel Venezolanen. In 2017 heeft van alle in Curaçao geboren personen 60% minstens één ouder die buiten Curaçao geboren is.

Afbeelding vensteroverzicht: Portugese ijsverkopers in Punda. Nationaal Archief Curaçao, collectie Fischer.

Foto’s:

1. Portugese ijsverkopers in de Heerenstraat, Punda. Nationaal Archief Curaçao, collectie Fischer.

2. De uithangborden in de Heerenstraat geven een indicatie van de (nieuwe) immigranten: La Indiana, Casa Cohen, Boolchands, (Spritzer & Fuhrmann). Nationaal Archief Curaçao, collectie Fischer.

Luister naar een audio fragment Teini Tur Coloresh, Palu Friu, Boy cu Orquesta Happy Boys, zanger Anselmo ‘Boy’ Dap, componist Horacio Hoyer en De Jong, Hoyco (1952):