48. De ontwikkeling van de telecommunicatie

De eerste “tele” communicatie middelen op Curaçao waren visuele signalen: licht (vuur, spiegels) en rook, later (zeemans) vlaggen. Curaçao werd in 1887 aangesloten op het wereldtelegraafnet via de Franse kabel. Spanningen met Venezuela in 1908 waren er de oorzaak van dat een draadloze vonkzender werd aangelegd voor de communicatie met de oorlogsschepen die Nederland hierheen had gestuurd. Het kuststation werd in oktober 1908 gebouwd op het Riffort onder leiding van officier A.J.W. van Anrooy.

In 1911 kwamen ook op Aruba en Bonaire draadloze zenders. Van Anrooy zorgde tevens voor de eerste telegrafistenopleiding. In 1912 werd de Landsradiodienst (LRD) opgericht, waar de telegrafisten kwamen te werken. De zenders werden in 1916 overgedragen aan het Gouvernement en werden geëxploiteerd door de LRD. In 1927 werd de LRD samengevoegd met de Telefoondienst: de Landsradio en Telefoondienst – later Landsradio en Telecommunicatiedienst (LRTD) ontstond. In de oorlogsjaren zorgde de Amerikaanse militaire aanwezigheid voor modernisering van apparatuur.

De telefoon was aanvankelijk een particuliere zaak van Abraham Ugueto, die 1892 zijn bedrijf opende. Toen de particuliere concessie in 1927 ten einde liep, nam het gouvernement de telefonie over. De olieraffinaderij (C.P.I.M. – later Shell) had een eigen centrale ingericht. In 1927 waren er 310 telefoonaansluitingen (waarvan 279 in de stad) en het telefoonnet had een totale lengte van 480 km.

Met het ingaan van de Interimregeling (1951) waarbij landstaken naar de pas ingestelde eilandgebieden werden overgedragen, werd de LRTD gesplitst. De lokale telefonie ging naar de eilandgebieden (1 oktober 1952). De internationale telefonie bleef een landsaangelegenheid. De splitsing heeft de bedrijfsvoering bemoeilijkt en pas in 1999 werden deze bedrijfsprocessen weer in één bedrijf samengevoegd. De lokale telefoondienst ging in 1979 over in een Naamloze Vennootschap – Setel NV. Met een moderniseringsprogramma nam het aantal abonnees spectaculair toe. De belangrijkste ontwikkeling in de internationale communicatie was de aanleg van een zeekabel tussen Curaçao – Sint Maarten – St. Thomas in 1973. Het telecomcentrum Vredenberg, aanlandingspunt van de zeekabel, werd in 1972 opgeleverd.

De eerste satellietontvangers kwamen in 1978. Door de verbeterde internationale communicatie kon vooral de offshore industrie in de jaren zeventig en tachtig opbloeien. Onder druk van de Amerikaanse Federal Communications Commission (FCC) werden vanaf 1996 wereldwijd de interconnectietarieven sterk verlaagd, een ontwikkeling die het wereldwijde Internet verkeer zou moeten faciliteren. Dat jaar werd LRTD omgezet in Antelecom NV. Setel NV en Antelecom NV zijn in 1999 samengegaan in een nieuwe holdersmaatschappij United Telecom Services (UTS).

De opkomst van mobiel telefoneren nam een hoge vlucht na 2000 en er kwamen vele participaties in fiber-optic zeekabels voor het toegenomen dataverkeer. De nieuwe wetgeving uit 1995 bepaalde dat de telecommunicatiemarkt in de Nederlandse Antillen in 2001 zou worden geliberaliseerd. Sindsdien zijn er meerdere aanbieders actief. Vanaf ca. 2010 nam de ontwikkeling van “VOIP” (Voice over Internet Protocol) in rap tempo toe, waardoor winstmarges van UTS en andere providers afnamen. “Liberty Latin America” nam in 2019 een meerderheidsbelang in UTS.

Afbeelding uit het vensteroverzicht: eerste draadloze zender op het Riffort 1908. Nationaal Archief Curaçao, collectie Soublette.

Foto’s

1. A.J.W. van Anrooy

2. Satellietontvanger op Telecomcenter Vredenburg, 1978

3. Aanlanding ARCOS-glasvezel datakabel op Curacao, 2001. Afbeeldingen collectie UTS.