33. Vertrek van Shell, komst en vertrek PdVSA
Venezuela nationaliseerde de olie-industrie in 1976. Daarmee werd voor Shell voor het eerst sinds 1915 de keten van productie en verwerking die beide in beheer van Shell waren, verbroken. Samen met de afnemende hoeveelheid olie uit Venezuela en stijgende inkoopprijzen kwam een scenario voor vertrek voor Shell steeds nadrukkelijker in beeld.
In 1977 kwam Venezuela met een voorstel tot wederzijdse participatie van de Venezolaanse staatsoliemaatschappij en Shell in de raffinaderijen van Cardón en Curaçao, waar Shell echter niet op in is gegaan. Venezuela daarentegen ging niet in op de wensen van Shell Curaçao om preferente prijzen te berekenen voor de raffinaderij van Curaçao. Vanaf begin jaren tachtig hing er daarom een crisissfeer rond de raffinaderij van Curaçao. De raffinaderij was verliesgevend en sluiting was voor Shell onafwendbaar.
De slepende onderhandelingen, waarbij ook de Nederlandse en Nederlands Antilliaanse regeringen betrokken waren, gingen uiteindelijk over het garanderen van werkgelegenheid voor de Antillen. Venezuela wilde alleen participeren in de bedrijfsvoering als Shell zou investeren in een moderniseringsprogramma. Shell wilde alleen een investeringsprogramma inzetten bij een gegarandeerde levering van ruwe olie, het liefst tegen preferente prijzen.
Venezuela had uit commercieel technische overwegingen de voorkeur uitgesproken voor een voortgezet eigendom van Shell boven een eventueel eigendom van de Antilliaanse overheid. Uiteindelijk verkocht Shell de fabriek in 1985 echter toch aan de eilandelijke overheid van Curaçao en werd de bedrijfsvoering door het Venezolaanse Petróleos de Venezuela S.A. (PdVSA) uitgevoerd op basis van een leasecontract. Minister president Maria Liberia-Peters van de Nederlandse Antillen tekende namens de Antillen het lease contract en gold als redder van de werkgelegenheid.
De bedrijfsvoering van de raffinaderij werd in beheer van PdVSA wederom sterk gestroomlijnd. Productieprocessen werden veelal geautomatiseerd. Op het immense raffinaderijterrein waren slechts hier en daar arbeiders zichtbaar, het leeuwendeel was in de controlebunker te werk gesteld. De door Venezuela verlangde upgrading werd echter maar ten dele uitgevoerd. In het midden van de jaren negentig werd een nieuwe elektriciteitscentrale op het terrein van de raffinaderij gebouwd, maar verdere grote investeringen zijn achterwege gebleven; de fabriek draaide, op een uitzondering na, verder op de oude installaties. Er heeft ook geen toename van aanvoer van olie plaatsgevonden.
De in de jaren negentig vastgestelde Hinderwetvergunning zorgde voor een veelheid aan rechtszaken tegen de raffinaderij of tegen de overheid, hetzij om aan de milieunormen te voldoen of deze te handhaven. Rond de raffinaderij hing lange tijd de sfeer van een onzekere toekomst. De Verenigde Staten stelde vanaf januari 2019 een sanctie-regime tegen de PdVSA in terwijl grote investeringen voor een schonere en veilige fabriek nodig bleven. Om die reden werd naarstig gezocht naar kapitaalkrachtige partners. Het leasecontract met PdVSA verliep eind 2019. Hiermee kwam ook een eind aan 34 jaar PdVSA op Curaçao. Vanaf 2019 is de Refineria di Kòrsou (RdK) op zoek naar een nieuwe operator.