26. Dr. M. F. da Costa Gomez
Moises Frumencio da Costa Gomez werd geboren in Otrobanda op 27 oktober 1907, als zoon van Pedro da Costa Gomez en Braulia Bikker. Het gezin woonde eerst in Otrobanda en verhuisde later naar de Penstraat. Op zijn 15e ging hij na voltooiing van de MULO naar Nederland, waar hij vanaf 1923 in Nijmegen het gymnasium volgde. Van 1925 tot 1929 studeerde hij rechten aan de Universiteit van Nijmegen. De jonge jurist werkte daarna als substituut-griffier in Den Haag en als advocaat en procureur in Nijmegen. Tegelijkertijd werkte hij aan zijn dissertatie en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op 3 december 1935 op het proefschrift ‘Het wetgevend orgaan van Curaçao. Samenstelling en bevoegdheid bezien in het kader van de Nederlandse Koloniale politiek’. Hij pleitte als eerste Antilliaan in een proefschrift voor autonomie en algemeen kiesrecht voor de bevolking van de Nederlandse Antillen. Hij was toen 28 jaar oud en vertrok onmiddellijk na zijn promotie met zijn gezin naar Curaçao, waar zij op 31 december 1935 aankwamen.
Op het eiland noemden ze hem al spoedig ’Doktoor’. Da Costa Gomez was een staatsman met grote verdiensten voor Curaçao, de Nederlandse Antillen en het Koninkrijk der Nederlanden. In 1935 formuleerde hij de visie dat de bevolking van de Antillen bereid en in staat was zichzelf te besturen. Hij zag autonomie als een instrument om economische, sociale en culturele vooruitgang te bereiken. Hij stelde zich in de jaren veertig als missie: zelfbestuur voor de Antillen, een bestuur dat verantwoording verschuldigd was aan een parlement dat via algemeen kiesrecht was verkozen, zelfbestuur door de eilanden voor eilandelijke zaken en samenwerking en bijstand tussen de delen van het koninkrijk. Zijn gedachtegoed paste goed in de tijdgeest: ook op de andere Caribische eilanden leefde de wens om zich los te koppelen van de kolonisator.
Hij had een enorme staat van dienst: hij verwoordde op inspirerende wijze de wens voor autonomie, hij droeg bij aan de bevordering van het politieke bewustzijn in de Antillen, hij organiseerde acties voor sociale ondersteuning in Kas di Pueblo, hij richtte de Nationale Volks Partij op en bevorderde de zelfwaardering van de arme kunuku-bewoners van Curaçao. Hij streefde op alle niveaus naar bestuurlijke samenwerking. Hij was een groot voorstander van een eigen universiteit. Hij trad op als leider van alle delegaties bij het autonomiestreven. Doktoor was de schakel tussen de Staten en de Nederlandse regering in Londen (1943) en in Den Haag (1947-1948). Hij was voorzitter of lid van diverse commissies voor het opstellen van staatsregelingen voor de Antillen en leverde een grote bijdrage aan de ontwerpen voor de gedeeltelijke autonomie van 1948, de interim-regeling van 1951 en het statuut van 1954. Hij werd gezien als een zeer kundig spreker in de Staten. Hij stierf onverwacht op 22 november 1966.