12. Brion, Piar en Bolivar
Manuel Carlos Piar (1774 – 1817) en Luis Brion (1782-1821) waren tijdgenoten die veel met elkaar gemeen hadden. Om te beginnen hun geboorteplaats, ze werden allebei in Otrobanda geboren. Ook deelden ze de belangrijke ideeën van hun tijd over vrijheid, gelijkheid en onafhankelijke naties. Beiden verdedigden ze Curaçao tegen een Engelse inval in 1804. Ze steunden beiden Simon Bolívar als de leider van de Zuid-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd en onderscheidden zich beiden door het winnen van belangrijke zee- en veldslagen. Brion, als kundig zeeofficier en belangrijke financier, werd admiraal onder Bolívar en Piar was een van de belangrijkste generaals van zijn bevrijdingsleger. Beiden waren vrijmetselaar. Beiden stierven een tragische dood: Piar werd terechtgesteld en Brion stierf berooid en in de steek gelaten door Bolívar in Curaçao.
Hun achtergrond verschilt echter aanzienlijk. Luis Brion, zoon van succesvol zakenman Pierre Brion en María Detrox, vertrok al jong als student naar Nederland en streed in 1799 in dienst van het leger van de Bataafse Republiek tegen de Engelsen. Toen Curaçao bezet was door de Engelsen (1800-1803) ging hij economie en scheepvaartkunde studeren in de Verenigde Staten. In 1803, nadat het eiland weer in Nederlandse handen was, keerde hij terug naar Curaçao en werd zakenman en reder. In 1805 werd hij benoemd tot commandant op Fort Beekenburg. Hij wist op 20 juni 1806 de Engelsen, die opnieuw probeerden het eiland te veroveren, te verjagen. In 1813 verbond Brion zijn leven aan de onafhankelijkheidsstrijd van Bolívar en werd één van zijn trouwste volgelingen. en bekleedde zelfs voor korte tijd een van de hoogste posten in de revolutionaire regering
Manuel Piar, zoon van María Isabel Gomez, een mulattin, en de zeeman Fernando Piar was, in tegenstelling tot Brion, van eenvoudige komaf. Met zijn moeder en broers vertrok hij als jongen naar Venezuela, waar hij in contact kwam met militairen en jonge revolutionairen. In 1798 was hij in Curaçao waar hij met Maria Martha Boom trouwde. In 1806 was hij vanuit Aruba betrokken bij een mislukte invasie van Francisco de Miranda in Venezuela. Zijn militaire ervaring stelde hij vanaf 1810 in dienst van de bevrijding van Venezuela. Hij verschilde echter van strategisch inzicht met Bolívar. Zo wees hij Bolívar er herhaaldelijk op dat voor de bevrijding van Venezuela de bezetting van Guyana nodig was maar Bolívar weigerde dat in te zien. Piar, de hoogste kleurling in de ’independente’ gelederen, veroverde bij de slag bij San Felix op 11 april 1817 Guyana. De eer ging echter naar Bolívar. Piar kon dat niet verkroppen en nam daarom ontslag. Hij werd gearresteerd en door een krijgsraad, onder voorzitterschap van Brion, veroordeeld en met instemming van Bolívar in 1821 geëxecuteerd. In 1827 werd hij echter door Bolívar zelf weer gerehabiliteerd.
Piar en Brion behoren beiden tot de nationale helden van Venezuela. Beelden van de twee Curaçaoënaars staan op een prominente plek op de Avenida de los Próceres in Caracas.